Transcendentie & Maatschappelijkheid Anno 2020 (samenvatting, excerpt + recensie)

TRANSCENDENTIE & MAATSCHAPPELIJKHEID ANNO 2020
KRITISCH MANIFEST

© Dick van Biemen

SAMENVATTING

transcendentie maatschappelijkheid 2020cWe beleven hectische tijden, dat behoeft geen betoog. Wel het feit dat álles in beweging is en iedereen in die beweging meegenomen wordt. Lokaal en mondiaal staan mens en natuur op scherp en worden onze overspannen ambities getoetst op humanitaire en ecologische deugdzaamheid en duurzaamheid. Tegelijk buigen tal van ‘deskundigen’ zich over de veelkoppige crisis die de wereldgemeenschap vandaag in haar greep houdt, zonder het overigens eens te worden over oorzaak en aanpak. Maar de materiële focus blijft onverkort ‘business as usual’, alsof daar ons geluk van afhangt. Gaat het echter niet veel meer om de herwaardering van immateriële waarden als meer wezenlijk voor het welzijn van mens en wereld? Hoog tijd dus voor een andere optiek.

 

EXCERPT

TRANSCENDENTIE & MAATSCHAPPELIJKHEID (pp. 10-11)
Het evenwicht is zoek. Zeker: materiële vooruitgang alom, maar immaterieel ook achteruitgang! Welvaart en overvloed in de rijke landen, maar ongelijk verdeeld, en daarmee grote en nog steeds toenemende armoede hier en elders in de wereld. Uiterst geavanceerde productiemethoden, maar ook overconsumptie, verspilling, welvaartziekten, milieuvervuiling, klimaatverandering, de energieproblematiek, en een wereldwijde vluchtelingenproblematiek. We kunnen onze vrijheid niet op, maar ook normvervaging (anomie), vervreemding, polarisatie, intolerantie, onveiligheid en nep-nieuws. En dan hebben we het nog niet over alle grote en kleine dreigende en manifeste geweldsconflicten her en der in de wereld die de garanties van een ‘geoliede’ welvaart bedreigen en een adequate aanpak van de mondiale problemen frustreren. En moet de diagnose dan niet luiden dat de Wereldgemeenschap totaal uit evenwicht is door een te lang volgehouden agressief competitieve inzet op materiële middelen ten koste van immateriële waarden, waar precies die laatsten sturend behoren te zijn voor dat eerste? En gaat het nader gepreciseerd dan niet heel direct om de precaire verhouding tussen wat ik eerder noemde, het materieel voldoende en immaterieel noodzakelijke van ons gemeenschappelijk in de wereld zijn? Ofwel, lokaal en mondiaal, om een duurzaam en rechtvaardig beheer van alle materiële bestaansmiddelen, waarvan voldoende aanwezig voor ieders behoeften, vanuit die hogere immateriële waarden als noodzakelijk voor goed beheer daarvan? En precies daar is het naar veler opvatting de afgelopen eeuwen dan ook verkeerd gegaan: materieel nooit genoeg, en dat veelal ten koste van die zo noodzakelijke immateriële grondwaarden. Waarom het nauwelijks betoog behoeft dat met name de geïndustrialiseerde landen met hun expansionistische politiek onder het vaandel van verlichtingvooruitgang en nóg meer welvaart economisch uiterst geraffineerde strategieën hebben ontwikkeld waarvan ons nu ecologisch, humanitair en spiritueel de rekening wordt gepresenteerd.

Anno 2020: de natuur is ziek, de samenleving gepolariseerd, en de publieke geest gedesoriënteerd! Ziehier de traumatische resultante van een groteske zelfoverschatting die meende, indachtig August Comtes savoir, pour prévoir, pour pouvoir, de hele wereld aan zich te kunnen onderwerpen, maar daarmee druk doende alle hogere waarden devalueerde en onteerde. En dat wreekt zich, zoveel is duidelijk, gezien de oplopende spanningen tussen materiële overvloed en geestelijk onbehagen. Waarmee intussen duidelijk mag zijn dat het om een uiterst complex gelaagde problematiek gaat die in de grond het geijkte empirisch mens- en maatschappijwetenschappelijk metier van biologie, psychologie en sociologie verre te buiten gaat. Maar juist dan: hoe die problematiek te duiden..? We doen een poging!

 

RECENSIE

Jacques De Visscher

 ‘Pleidooi voor spirituele waakzaamheid’ (Tertio, 30 maart 2022)

In een filosofisch manifest schaart Dick van Biemen zich bij wie durft en wil getuigen dat de mens niet tot volle bewustzijn kan komen zonder transcendentie. In zijn  jongste boek zoekt hij een antwoord op de maatschappelijke en zingevingscrisis in een bredere filosofische en theologische context.

We verkeren vandaag op allerlei terreinen in crisis: zowel op vlak van klimaat en maatschappelijke ontwikkelingen als met betrekking tot gezondheid en zingeving. Intellectuelen proberen die crisis te begrijpen en verklaren. Niet iedereen wil uitsluitend verhelderen aan de hand van wetenschappelijk controleerbare en verifieerbare feiten. Sommige intellectuelen, vooral filosofen, psychologen en theologen, durven te twijfelen aan een verklaring louter op basis van laboratoriumgegevens en zoeken het antwoord in een ruimere context.

Vooruitgang
Voor zijn inspiratiebron, de Franse filosoof Emmanuel Levinas, over wie Dick van Biemen al eerder Het cultuurbegrip van Emmanuel Levinas (2017) publiceerde, is niet alles wat we ons toe-eigenen onder de noemer van kennis ook wetenswaardig. Het weten waard is wat tegemoet komt aan de rechten en het welzijn van de ander. De auteur plaatst vraagtekens bij het voortdurend zwaaien met het begrip “vooruitgang”. Mondt het populaire vooruitgangsgeloof niet vaak uit in een doordrammen dat de behoudsgezinden een hak wil zetten? Loont er dan helemaal niets de moeite van de traditie en van wat we willen overdragen aan onze nakomelingen?

Van Biemen is op zijn hoede voor “de groteske veronachtzaming van onze immateriële ontwikkeling”. Nadat we de aandacht afwenden voor het uiterlijk vertoon, begint het moeilijke werk van het onderzoeken van het innerlijke. Hij nodigt ons uit stil te staan bij onze beperkingen en onze eindigheid. We dienen onze eigenmachtigheid op te geven zonder onze maatschappelijke verantwoordelijkheid te ontvluchten. De vraag blijft evenwel: vanuit welk fundament beseffen we dat we voor de ander verantwoordelijkheid dragen? Al heel vroeg in onze ontwikkeling worden we uitgenodigd onze grenzen te verleggen en niet alleen voor onszelf te zorgen. Die houding raakt het transcendente “Andere” van onze bovennatuur, die we niet zelf hebben bedacht of gemaakt. Voorbij de eigenwaan laten we ons inspireren en oriënteren. De wortels van onze menselijke waardigheid vinden we niet in de alledaagse aardse grond, maar in de transcendentie die we de hemel noemen. Het zijn onze opvoeders die ons daaraan herinneren. In de mate dat ze dat effectief doen, zijn het onze echte religieuze voorgangers die leren hoe verplichtingen ten aanzien van de ander na te komen.

Kritische begeleider
Van Biemen onderstreept eveneens de verplichtingen tegenover de natuur die we, in het perspectief dat we vandaag ecologisch noemen, noch hebben gemaakt, noch als een bezit kunnen beheersen. Concrete maatregelen en verplichtingen dringen zich op. Ze getuigen van een ethiek die  niet kant-en-klaar wordt gemaakt in een kerk, een studiebureau, een collegezaal of het parlement. Het ethische krijgt gestalte in confrontatie met het maatschappelijk spanningsveld van economische schaarste, sociale ongelijkheid en psychologisch egoïsme. De ethiek als kritische begeleider van ons dagelijkse leven is een moeizame kwestie gezien onze beperkingen en de verleidingen waarin we helaas vooral graag ons eigenbelang zien. Ook kan de ethische levenshouding niet materialistisch zijn, maar dient ze in de eerste plaats van een spirituele waakzaamheid te getuigen. Van Biemen schreef een lezenswaardig manifest. Als beeldend kunstenaar voorzag hij het bovendien van enkele poëtische beelden.